Een goed ontworpen leefomgeving helpt inwoners om meer te bewegen en gezonder te leven. Toch werken collega’s van het fysieke domein en het gezondheidsdomein nog lang niet altijd samen binnen gemeenten. Nanda Timmerman vertelt hoe zij deze werelden dichter bij elkaar brengt, door zowel het BVO-model als het model Positieve Gezondheid in te zetten.
Dit artikel is gepubliceerd op Allesoversport.nl
De Omgevingswet stelt dat gemeenten gezondheid moeten meenemen in hun visie en plannen voor de openbare ruimte. Gezondheid is een breed begrip. Voldoe je al aan de eisen van de Omgevingswet als je zorgt voor schone lucht en daarmee gezondheidsschade voorkomt (gezondheidsbescherming)? Of ga je een stap verder en richt je de openbare ruimte bewust in om meer bewegen te stimuleren (gezondheidsbevordering)? Dat laatste lukt alleen als collega’s uit de domeinen sport, gezondheid en ruimte intensief samenwerken. En dat is helaas nog niet overal de praktijk.
Gescheiden werelden
Nanda Timmerman, Senior Regiocoördinator bij Team Sportservice (regio Noordkop), herkent bovenstaande realiteit. “Onze organisatie was van oudsher vooral actief op het gebied van sport, daar kwam bewegen bij en nu ook gezondheid. Wij werden vooral gebeld als een gemeente onze hulp wilde bij de activatie van inwoners; de software dus [zie kader, red.]. De keuzes in hardware en orgware waren dan meestal al gemaakt. En hoewel wij daar soms wel vraagtekens bij hadden, stonden we ook op enige afstand van die keuzes.”
Timmerman en haar collega’s zagen steeds meer de nadelen van die gescheiden werelden. “Als je niet betrokken bent bij het geheel, laat je je verantwoordelijkheid ook makkelijker los en dat is zonde. Als een van onze beweegaanpakken in een gemeente bijvoorbeeld niet meer goed werkte, waren wij niet geneigd om oplossingen aan de hardware of orgware kant te zoeken.”
Het keerpunt kwam toen Team Sportservice betrokken raakte bij het project Doortrappen. “Daar waren wij betrokken vanuit gezondheid en sport, maar zaten we ineens ook aan tafel met het domein Verkeer en veiligheid. We ontdekten dat we door samen te werken veel meer kunnen bereiken om inwoners in beweging te krijgen. Het was ineens volstrekt logisch dat wij wel degelijk óók van de hardware en orgware zijn.”
Twee modellen combineren
Team Sportservice adviseert gemeenten nu over het bredere vraagstuk over hoe je een gezonde leefomgeving inricht. Het bijzondere aan hun aanpak is dat ze zowel elementen uit het fysieke domein als het gezondheidsdomein combineren.
Timmerman: “In tegenstelling tot wat collega’s uit het fysieke domein vaak gewend zijn, staan bij ons niet de beschikbare materialen centraal, maar de inwoners. We luisteren eerst naar hun motieven om te bewegen en halen belemmeringen weg. Hiermee volgen we de filosofie van zowel Positieve Gezondheid als het BVO-model. Vervolgens pakken we door met het BVO-model en stellen daarbij de vraag: voldoet het sport- en beweegaanbod volgens de inwoner? Zo niet, ligt het aan het aanbod – de software, aan de organisatie van het aanbod – de orgware of aan de fysieke omgeving – de hardware?”
Praatplaat om de juiste ingang te vinden
De twee modellen helpen heel erg als praatplaten om de juiste ingang te vinden, licht Timmerman toe. “De mensen van sport gaan bijvoorbeeld heel erg ‘aan’ bij het BVO-model, dus die heb je dan al aan boord. Maar als we bij een gemeente aanschuiven voor een gezondheidsvraagstuk, pakken we het model van Positieve Gezondheid erbij. De kracht van beide modellen is dat ze uitgaan van integraal werken en dat je dus vanzelf bij je collega’s uit de andere domeinen uitkomt.”
“Wij zien de modellen als een ladder en kijken per gesprek hoe we onze gesprekspartners die ladder op kunnen krijgen. Je ziet in die gesprekken dat de collega’s uit het sociaal domein ineens herkennen waar hun ambities de buitenruimte raken. En andersom snappen de collega’s van sport ineens waarom zij hun collega’s van het fysieke domein nodig hebben. Verkeer en groen spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol als het gaat om speel- en beweegvoorzieningen. Daar zit de kracht in het werken vanuit deze modellen.”
Samen op training
Timmerman is vooral actief in de gemeenten in Den Helder, Schagen en Hollands Kroon. Die laatste is een voorbeeldgemeente op het gebied van positieve gezondheid. “Samen met collega’s uit verschillende domeinen binnen Hollands Kroon deden we een training over positieve gezondheid. Dat bleek een schot in de roos. Want wat bleek: nog lang niet iedereen kende positieve gezondheid als concept en sterker nog: de deelnemers kenden elkaar ook nog onvoldoende.”
“Collega’s uit verschillende domeinen van dezelfde gemeente hebben elkaar dus bij de training ontmoet. Daar hebben ze ook ontdekt wat ze sámen kunnen betekenen voor een gezonde leefomgeving en gezonde inwoners. Dat heeft veel opgeleverd. Een ambtenaar van Gezondheid vertelde laatst nog: ‘Ik mag nu ook ineens iets vinden over parkeerplekken en andere dingen die met de buitenruimte te maken hebben’.”
Gelden voor de leefomgeving benutten
Timmerman erkent dat er tegelijk ook nog veel voorlichting nodig is. “Als je de buurtsportcoaches bijvoorbeeld vraagt hoe het met de wandelgroepen gaat, hoor je soms dat ze aanlopen tegen wegafsluitingen of ontoegankelijke routes. Dan zeggen wij nu: je hoeft geen ander wandelrondje te zoeken, wij gaan hier namelijk ook over. Je kunt als buurtsportcoach ook die signalerende rol pakken en met de gemeente in gesprek gaan over wat je nodig hebt op het gebied van hardware voor jouw wandelgroep. Zo leer je ook als beweegprofessional met andere ogen naar de leefomgeving kijken.”
“Andersom proberen we gezondheidsbevordering onder de aandacht te brengen van het fysieke domein, bijvoorbeeld via de SPUK/GALA-gelden. Die zijn voor een deel gelabeld voor de leefomgeving. Dan wordt er al snel gekeken naar gezondheidsbescherming als luchtkwaliteit. Maar wij vinden: een gezonde leefomgeving gaat óók over bewegen (gezondheidsbevordering). Dus we hopen dat we een deel van die gelden kunnen benutten om de fysieke ruimte meer uitnodigend te maken voor bewegen. Daarmee verhogen we de kwaliteit van de leefomgeving en dat raakt dan weer aan de zes domeinen van positieve gezondheid.”
Wat zie je ervan terug in de praktijk
“Vanuit Team Sportservice zien we dat de gezondheidsmedewerkers van de gemeente veel meer betrokken zijn bij de fysieke ruimte. De JOGG-regisseurs die bij ons in dienst zijn, zitten nu bijvoorbeeld ook aan tafel bij ruimtelijke ordening om mee te denken over een beweegvriendelijke en veilige schoolomgeving. En bij het inrichten van hardware wordt veel explicieter gekeken naar mogelijkheden voor ontmoeting, door bijvoorbeeld bankjes neer te zetten. Zo staat er nu een bankje bij de pump track, waar een oude inwoonster regelmatig even komt pauzeert terwijl ze een ommetje maakt. Ze houdt wel van de reuring bij de pump track en zo hebben we hardware en gezondheid mooi gecombineerd.”
Positieve Gezondheid en het BVO-model
Een goed ontworpen leefomgeving helpt ons om meer te bewegen en gezonder te leven. Iedere beweegvriendelijke omgeving bestaat uit drie elementen: hardware, software en orgware. Deze elementen vormen samen het BVO-model dat beleidsmakers en ontwerpers kunnen inzetten om in hun lokale context een beweegvriendelijke omgeving te ontwerpen. Hierbij staat de inwoner (zie spelende meisje in het model) centraal.
Positieve Gezondheid is een manier van kijken naar gezondheid die niet focust op problemen en klachten, maar op mogelijkheden en eigen regie. Het Positieve Gezondheid-model is uitgewerkt in zes dimensies: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Sport en bewegen kunnen grote impact hebben op elk van deze dimensies.
De methodiek Positieve Gezondheid in de leefomgeving brengt positieve gezondheid en het fysieke domein samen. Deze methodiek helpt gemeenten en projectontwikkelaars om gezondheid, kwaliteit van leven en eigen regie centraal te zetten bij het inrichten van de openbare ruimte.
In het Sportfondsenbad in Oost is er de mogelijkheid voor kinderen van 9 tot 14 jaar om alsnog hun A-diploma te halen. Dit is voor kinderen die door lange wachtlijsten en het gebrek aan schoolzwemmen nog niet eerder hun diploma hebben gehaald. Met dit initiatief moet het aantal Amsterdamse kinderen met zwemdiploma opgekrikt worden.
Dit artikel is gepubliceerd op AT5.nl
Eerder dit jaar maakte de gemeente bekend dat het percentage leerlingen in groep 8 met een A-diploma is gedaald, van 95,2 procent in 2020 naar 92,3 procent in 2023.
Voor Wiebe de Graaf van zwemschool De Zwaantjes maakt een extra uurtje werken weinig uit: “Deze kinderen verdienen ook een diploma. In Nederland is er zoveel water en zwemplezier, dat gun je hen ook.” De zwemlessen die Wiebe en zijn team aanbieden, kwamen mede tot stand door Barbara van der Teems van Team Sportservice toen bleek dat tientallen kinderen van de Flevoparkschool om uiteenlopende redenen niet in aanmerking kwamen voor reguliere zwemlessen en zonder A-diploma zaten.
Na telefonisch contact met de ouders kwamen Team Sportservice en Jeugdfonds Sport en Cultuur in actie door een extra uur zwemles mogelijk te maken. Ook bij het jeugdfonds zijn de verhalen bekend van kinderen die niet kunnen deelnemen aan reguliere lessen. Dit betreft onder meer kinderen met een rugzakje, zoals ADHD, ADD, autisme, of kinderen die vanwege hun leeftijd buiten de reguliere lessen vallen.
“Ik ben blij dat mijn kind hier terechtkan, want hij stond al een jaar op de wachtlijst”, vertelt moeder Ophelia. Jennifer voegt toe dat haar negenjarige dochter door een verhuizing niet meer in aanmerking kwam: “Het is belangrijk dat mijn dochter haar zwemdiploma haalt. We wonen in Nederland, dus elk kind zou moeten kunnen zwemmen.”
Ouders met een stadspas kunnen gratis gebruikmaken van de zwemlessen. Voor enkele kinderen waarvan de ouders geen stadspas hebben, is een regeling getroffen: zij ontvangen een aanzienlijke korting en hoeven zo slechts een klein bedrag te betalen. De komende maanden krijgen deze kinderen les tot ze klaar zijn voor het afzwemmen.
En op de vraag of Wiebe niet bang is voor een nieuwe wachtlijst bij zijn zwemschool, antwoordt hij: “Ja, maar goed, liever help ik deze vijftig kinderen aan een diploma dan dat ik niets doe.”
meer weten over het jeugdfonds?
Team Sportservice coördineert het Jeugdfonds en het Volwassenenfonds in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
Hoe zorg je ervoor dat je de buurtsportcoach duurzaam en efficiënt inzet? In deze publicatie van Vereniging Sport en Gemeenten tref je de succesfactoren en tips aan. De tips zijn primair bedoeld voor gemeenten, werkgevers en teamleiders/coördinatoren. Maar ze zijn ook waardevol voor buurtsportcoaches zelf.
Wat doet Team Sportservice eigenlijk bij jou in de buurt? En waarom is dat zo belangrijk? In het programma Voor Nu en Morgen komt presentator Kevin Brouwer een kijkje nemen achter de schermen bij 2 projecten van Team Sportservice. Want zoals Kevin zegt: ‘Sport is veel meer dan bewegen: het is de sleutel tot gezonder leven voor jong en oud’.
En dat het belangrijk is dat iedereen kan sporten en bewegen, brengt Tim onder de aandacht: Nederland is namelijk Europees kampioen zitten. De verwachting is dat 75% van de Nederlanders over 12 jaar kampt met overgewicht.
In de uitzending van Voor Nu en Morgen komt Kevin kijken bij Buurtsportcoach Pedja die Nassim kickboks en zelfverdedigingsles geeft. Nassim heeft ADHD, is slechtziend en heeft een open schedel, dus reguliere sportlessen zijn niet mogelijk voor Nassim.
Ook gaan we langs bij Buurtsportcoach Wilma die de les In Balans geeft: één van de Valpreventiecursussen die Team Sportservice geeft. Deelneemster Ellis laat zien wat voor impact de cursus op haar leven heeft.
Kijk jij ook?
- Zaterdag 9 november van 10.00 – 10.30 uur op SBS6
- Zaterdag 9 november van 16.30 – 17.00 uur op ViaPlay
- De uitzending is daarna ook te bekijken op KIJK.NL
Gemeenten en sportservice organisaties ontbreekt het vaak aan inzichten over de impact van sport- en beweeginitiatieven in de openbare ruimte. De uitdaging ligt in een ontoereikend aanbod in praktische en uniforme meetinstrumenten. De buurtsportcoach is een belangrijke partner van beleidsmedewerkers te helpen bij het bepalen wat werkt om bewegen in de openbare ruimte te stimuleren. Het project Beter meten en meer meten in de openbare ruimte zette de eerste stap om de bijdrage van de buurtsportcoach aan het realiseren van een beweegvriendelijke omgeving (BVO) in kaart te brengen.
Binnen het project hebben provinciale sportorganisatie Team Sportservice de handen ineen geslagen met de HAN University of Applied Sciences. Als veelvuldig gebruiker van de openbare ruimte, focust dit project zich op de buurtsportcoach en zijn BVO activiteiten. In het bijzonder waren dit beweegactiviteiten voor ouderen, als primaire doelgroep binnen het Nationaal Sportakkoord en een groep waar veel winst te realiseren is. Het ging om twee wandelactiviteiten (Den Helder & Haarlemmermeer) en een beweegtuin (Ooij).
In het project zijn de 52 deelnemers aan deze activiteiten bevraagd over de ervaren effectiviteit en het duurzaam beweeggedrag. Dit is aangevuld met interviews met de buurtsportcoaches en een focusgroep met beleidsmedewerkers uit verschillende disciplines om de uitkomsten te valideren.
100.000 extra beweegminuten
In de evaluatie voor deelnemers zijn vragen toegevoegd over beweeggedrag, zodat de onderzoekers inzicht kregen in additionele beweegminuten (ABM). Het merendeel van de deelnemers gaf aan dat ze dankzij de inzet van de buurtsportcoach extra zijn gaan bewegen (84%). Slechts 1 op de 10 geeft aan dat de activiteit niet tot extra minuten bewegen heeft geleid. Gemiddeld doet deze groep 46 keer in het jaar mee en bestond ongeveer 50 minuten van de activiteit uit bewegen. Daarmee hebben deze drie projecten tezamen ruim 100.000 extra beweegminuten opgeleverd.
Bewegen dat leidt tot gezondheid
Het aantal beweegminuten dat de projecten realiseerde werd vooral beïnvloed door het aantal deelnemers. De wandelgroep in Haarlemmermeer met 24 deelnemers zorgden voor de helft van de extra beweegminuten. Er zaten echter wel opmerkelijke verschillen in het beweeggedrag van de deelnemers bij de drie projecten. Zo voldeden de deelnemers in Haarlemmermeer veelal zonder de wandelactiviteit aan de beweegrichtlijnen, minimaal 150 minuten per week, terwijl dat in de andere twee projecten op ongeveer een derde lag.
De extra beweegminuten van een project die leiden tot het voldoen van de beweegrichtlijnen kunnen we omrekenen naar een bijdrage voor de gezondheid. De drie projecten samen zorgden voor 52.000 extra beweegminuten bij mensen die nog onvoldoende bewogen. Op basis van eerder internationaal bevolkingsonderzoek kunnen we dit omrekenen naar een gezondheidswaarde van 19.300 euro (zie rapport voor uitgebreide toelichting van deze methode).
Openbare ruimte is dus geschikt om mensen extra te laten bewegen door laagdrempelig aanbod maar niet altijd lukt het de projecten om mensen die te weinig bewegen te bereiken.
Veelbelovende resultaten bepleiten inzet van de buurtsportcoach in het BVO beleid
Uit de interviews met de buurtsportcoaches blijkt dat zij zich herkennen in de resultaten maar moeite hebben om deze opbrengsten goed naar voren te brengen voor beleidsmakers. Zij hebben zelf het idee dat hun beweegactiviteiten te klein zijn of te weinig zichtbaar voor beleidsmedewerkers. Uit de gesprekken met medewerkers van verschillende beleidsthema’s blijkt dat ook dat er in de praktijk weinig gebruikt gemaakt van de kennis en ervaring van de buurtsportcoach bij de inrichting van de openbare ruimte. Zij vinden het zonde dat deze kennis niet benut wordt, omdat de buurtsportcoach juist het meeste contact heeft met de inwoner, de eindgebruiker van de openbare ruimte.
De buurtsportcoach kan dus een belangrijke signaalfunctie vervullen. Bovendien kunnen de beleidmakers dankzij de inzet van de buurtsportcoach en het in kaart brengen van de extra beweegminuten van deelnemers inzicht krijgen in duurzaam beweeggedrag, wat hen ondersteund bij beleidskeuzes voor de openbare ruimte.
Zin om in beweging te komen?
Voor meer informatie over De rol en bijdrage van de buurtsportcoach in de openbare ruimte kun je terecht bij Anton (astoter@teamsportservice.nl) van Team Sportservice of Jelle Schoemaker (jelle.schoemaker@han.nl) van HAN University of Applied Sciences.
Daarnaast wijzen we alle beleidsmedewerkers en buurtsportcoaches graag op de BVO-cursus die door Sportkracht12 in heel Nederland wordt aangeboden. Deze cursus ‘Bewegen in de openbare ruimte’ biedt handvatten om zelf aan de slag te gaan om BVO een plek te geven binnen je gemeente. Je wordt meegenomen in recente praktijkvoorbeelden om hier niet alleen ‘best practices’ maar ook ‘worst practices’ uit op te halen. Je vergaart kennis over de BVO, de omgevingswet en de haakjes die gemaakt kunnen worden met andere beleidsterreinen zoals sociaal domein, ruimtelijke ordening en volksgezondheid.
De Provincie Utrecht lanceert de Stimuleringsprijs om samenwerkingen binnen het Provinciaal Sportakkoord een extra impuls te geven. Het doel is om tot creatieve initiatieven te komen die meer mensen in beweging brengen en de gezondheid bevorderen.
Wat is het doel van de Stimuleringsprijs?
De provincie Utrecht wil meer mensen aanzetten tot bewegen. Met deze Stimuleringsprijs wil de provincie partners uit de sport-, gezondheids- en zorgsector samenbrengen en hen stimuleren om gezamenlijk ideeën te ontwikkelen. Het is essentieel dat er een samenwerking ontstaat tussen verschillende domeinen, waarbij sport en beweging worden ingezet als middel voor gezondheid. En waarbij de doorstroom van sport naar zorg en vice versa wordt bevorderd.
Hoe verloopt het proces?
Inschrijven kan tot en met 18 oktober via het aanmeldformulier op de website. De 8 beste initiatieven presenteren hun idee tijdens het Amersfoort Sportgala Olympic Edition 2024 op 18 november 2024. Met een totale prijzenpot van €20.000 moedigt de provincie partners uit de sport- en zorgsector aan. De vier winnende ideeën ontvangen elk € 5.000.
Meer informatie
Meer informatie en actievoorwaarden vind je op de informatiepagina van Team Sportservice. Vragen over de werkwijze van deze stimuleringsprijs? Neem contact op met Tessa Brouwer.
Laat deze unieke kans niet liggen om jouw bijdrage te leveren aan een fitter en gezonder Utrecht!
De Provincie Noord-Holland heeft een extra regeling waarmee meer sportevenementen in aanmerking kunnen komen voor sponsoring. Hiermee kunnen organisaties ook voor Nederlandse Kampioenschappen, internationale toernooien en internationale wedstrijden een sponsoraanvraag indienen.
De provincie wil deze sportevenementen mogelijk maken om zo meer mensen met sport in contact te laten komen, hen ervoor te enthousiasmeren en zo een impuls aan de breedtesport te geven. Selectie van de te sponsoren sportevenementen is o.a. naar het type evenement, sport, de invulling van breedtesport en naar spreiding in tijd en over de regio’s.
Er is € 100.000,- voor deze evenementen beschikbaar, ook aanvragen voor wat kleinere bedragen kunnen worden ingediend.
Om sponsoring aan te vragen kan het beste gebruik worden gemaakt van dit formulier. Uit de aanvragen worden evenementen gekozen die voor ondersteuning in aanmerking komen. Het budget is beperkt, de organiserende clubs en verenigingen kunnen hun sportevenement het beste zo snel mogelijk aanmelden. Het gaat daarbij om evenementen die nog in 2024 plaatsvinden.
Meer informatie is te vinden op de website van de provincie Noord-Holland.
Begin 2023 zijn de prijzen voor energie in korte tijd enorm gestegen. Voor veel mensen was dit de aanleiding om thuis na te denken hoe de energiekosten omlaag konden. Sportverenigingen hadden hier uiteraard net zoveel last van als huishoudens. Tennisclub Leerdam had al zonnepanelen op het dak van de kantine liggen en ledverlichting op de zeven banen. Toch waren de gestegen energieprijzen aanleiding om nogmaals na te denken over verduurzaming met behulp van Utrechtse Plus, ondanks de aanstaande verhuisplannen. ‘De geplande verhuizing heeft ons niet tegengehouden.’
We spreken met Arnoud van ‘t Hof (secretaris) en Jaap Beverloo (parkcommissie) over de verduurzamingsplannen van Tennisclub Leerdam en hun ervaring met Utrechtse Plus.
Jullie zijn al langere tijd bezig met verduurzaming van jullie vereniging. Hoe is dit begonnen?
Arnoud: ‘In 2016 zijn we begonnen met het leggen van zonnepanelen op het dak van de kantine en toen hebben we ook al de baanverlichting vervangen door ledverlichting, met dank aan subsidies van (toen nog) gemeente Leerdam. Toen begin dit jaar overal de energieprijzen omhooggingen, zijn wij in gesprek geraakt met de clubondersteuner David van Utrechtse Plus. De start van dit verduurzamingstraject van de provincie Utrecht kwam voor ons op een goed moment.’ ‘Vanaf het begin hebben we aangegeven dat we van plan zijn te verhuizen, dus alle investeringen die we zouden doen, moesten wel mee te nemen zijn naar een nieuwe locatie,’ aldus Jaap.
Wat is voor jullie de aanleiding om te verhuizen?
‘We worden te groot. Al jaren groeit ons ledenaantal gestaag met ongeveer 5 procent. In 2021 zijn we van 6 naar 7 banen gegaan, waarvan er nu 2 zijn ingericht voor padel. Dat is een impuls geweest voor het ledenaantal. Echter is de rek er bijna uit. Door het online boekingssysteem kunnen mensen zien welke tijden beschikbaar zijn om een baan te reserveren. De leden zijn vooralsnog tevreden, maar als blijkt dat op den duur mensen overwegen hun lidmaatschap op te zeggen vanwege de drukte, zullen we moeten kiezen voor een ledenstop. Het liefst willen we verhuizen naar een plek waar we meer banen kunnen realiseren, zonder in te boeten op clubsfeer en kosten.’ ‘We zijn nu aan het wachten op de gemeente, tot zij met een nieuwe mogelijke plek komen.’
Hoe is de aanstaande verhuizing van invloed op jullie keuzes voor verduurzaming?
‘Uit de energiescan van De Groene Club bleek onder andere dat onze ketel aan vervanging toe is. Er werd geadviseerd over te gaan op infraroodpanelen, omdat deze minder energie zouden verbruiken en gerichter warmte kunnen afleveren. Deze zouden meeverhuisd kunnen worden. Een goed argument, maar toch wilde de club deze gok niet nemen. We hebben nog geen nieuwe locatie op het oog en daarmee weten we ook niet of die infraroodpanelen daar gebruikt zullen gaan worden. We hebben er uiteindelijk voor gekozen om dit niet te doen, en hopen dat onze huidige ketel het nog volhoudt tot aan de verhuizing.’
Welke plannen voor verduurzaming hebben jullie naar aanleiding van het adviesrapport wél gemaakt?
Jaap: ‘Wat we wel hebben gedaan: de gasboiler vervangen door een elektrische boiler. Hierdoor is ons gasverbruik gereduceerd.’ Arnoud: ‘Verder bleek ook uit het doormeten van onze apparaten dat we enkele koelkasten hebben die te oud waren en veel energie verbruikten. Deze gaan we dus op korte termijn vervangen voor nieuwe exemplaren.’
Hoe was je ervaring met Utrechtse Plus en het advies van De Groene Club?
‘Het contact met beide partijen is goed geweest. We wisten al dat we op de goede weg waren, maar door zo’n bezoek van een energie-expert krijg je de bevestiging dat de keuzes die je gemaakt hebt, goed uitpakken. Er is niets uit naar voren gekomen dat we over het hoofd hadden gezien. Toch helpt het je op een andere manier kijken naar je energieverbruik, het houdt je scherp,’ zegt Arnoud. Jaap: ‘We hebben binnen onze vereniging ook mensen rondlopen met veel kennis over verduurzaming. Desondanks zijn we blij dat we de hulp van Utrechtse Plus en het advies van De Groene Club gekregen hebben.’
Hoe verliep de besluitvorming van de maatregelen?
Arnoud: ‘Als bestuur zijn wij nauw betrokken bij de verduurzamingsmaatregelen. Hierdoor zijn de lijntjes kort en is de beslissingsbevoegdheid hoog. Uiteraard leggen wij beslissingen eerst voor tijdens de ALV, maar doordat we er al veel kennis van hebben, waren de beslissingen voor ons makkelijker te nemen.’
Hebben jullie nog tips voor andere clubs?
‘Er zijn altijd redenen waarom je verduurzamingsplannen kunt uitstellen. Geen budget, aanstaande verhuizing. Maar het is slim om het rekensommetje te maken. Niets doen kost soms veel geld. Bovendien zijn er veel regelingen en subsidies mogelijk, verschillend per gemeente.’
Open brief aan Den Haag
Beste politici,
Wij maken ons grote zorgen. Inwoners van Nederland worden steeds ongezonder. De mentale weerbaarheid van jongeren staat onder druk. In onze samenleving krijgt niet iedereen gelijke kansen. We ontmoeten elkaar minder en polarisatie neemt toe. Sport kan op vele manieren bijdragen aan de oplossing.
Sport maakt ons gelukkig. Het geeft ons een goed gevoel. Als je in de sportschool weer eens je grenzen hebt verlegd. Als je tóch de bank hebt verruild voor een rondje met je wielrenclub. Als je revalideert na een ernstig ongeluk. Als je als trotse oudercoach langs de lijn staat. Of als je met je team een fantastische wedstrijd hebt gespeeld. Dat gevoel gunnen we iedereen.
Sport en bewegen zijn belangrijk voor een sterk en vitaal Nederland. Want sport maakt ons fysiek en mentaal gezond. Sport laat zorgkosten dalen. Sport brengt mensen samen en maakt ons trots op de prestaties van onze (top)sporters.
Maar sport gaat niet vanzelf. Daarom is onze oproep aan de politiek in Den Haag:
Kom in beweging! Zet de kracht van sport in voor een sterker Nederland.
Maak het mogelijk dat iedereen dichtbij huis kan sporten en elkaar kan ontmoeten. Verbind sport en school zodat kinderen meer bewegen. Zorg dat sport een goede plek krijgt in de wijkzorg, in de jeugdzorg en op andere plekken waar het zo nodig is. Zet sport dus in op alle beleidsterreinen: in het onderwijs, in de zorg, bij het inrichten van de publieke ruimte en in het natuurbeleid.
Wat voor land willen we zijn?
Een land van zittenblijvers?
Of een land van sporters?
Veel succes bij de verkiezingen en de formatie. Vergeet niet om ook in deze drukke tijd uw sportkleren aan te trekken!
Met hartelijke groet,
Mede namens onze sporters en sportliefhebbers,
KNVB,
Maatschappelijke Organisaties Sport
Platform Ondernemende Sportaanbieders
Sportbedrijven Nederland
Sportkracht12
NOC*NSF
Feest vieren, dáár moeten kinderverjaardagen op school over gaan. Niet om de inhoud of de grootte van een traktatie. JOGG-regisseur Sanne Meerman van Team Sportservice (lees hier meer over JOGG) staat hier volledig achter. Samen met projectleden van Jong Leren Eten Utrecht, de Gezonde School en leefstijlgezinscoach Christa Schilperoort- van der Kooij heeft Sanne een nieuw feestbeleid gedemonstreerd op een school in de gemeente Stichtse Vecht… En met succes!
Waarom overstappen naar een feestbeleid?
Nu veel gezinnen steeds moeilijker kunnen rondkomen en overgewicht toeneemt, is trakteren een onderwerp ter discussie geworden. Het landelijk initiatief Wie jarig is viert feest roept scholen daarom op om hun traktatiebeleid om te zetten in een feestbeleid. Dus niet meer trakteren, maar feest vieren in de klas en de jarige in het zonnetje zetten!
Het idee is misschien even wennen, maar het heeft veel voordelen. Zo doen financiële verschillen tussen ouders er niet meer toe, zijn er geen discussies meer over inhoud en hebben ouders geen stress bij het maken of kopen. Daarnaast is het voor het kind én de klas een feestje!
“Maar liefst 20 van de 23 kinderen op deze school willen op deze manier hun verjaardag vieren.”
Lokale JOGG-regisseur
Tijdens de Week voor de Gezonde Jeugd demonstreerde collega Sanne, samen met de Gezonde School-adviseur Anne-Maaike en leefstijlgezinscoach Christa het feestbeleid op Montessorischool het Mozaïek in Maarssen. Naderhand was er tijd om het feestbeleid te evalueren. Maar liefst 20 van de 23 kinderen gaven aan op deze manier hun verjaardag te willen vieren! Een fantastisch resultaat! Alle groepen van de school hebben een feestkist ontvangen. Het houten feestkistje kunnen de leerlingen helemaal eigen maken.
Wordt vervolgd
De demonstratie van dit feestbeleid is door de pers opgepakt. Naast het artikel in het AD, merken we als Team Sportservice dat er veel belangstelling is voor dit initiatief. Logisch ook, want het feestbeleid raakt veel uitdagingen die op dit moment spelen in de maatschappij. Denk aan kansengelijkheid, meer activiteit in het onderwijs, geen ongezonde traktaties, geen stress onder ouder en kind met betrekking tot trakteren.
Nu de reacties landelijk zo positief zijn, is de projectgroep in Stichtse Vecht extreem gemotiveerd om het feestbeleid bij nog meer basisscholen in Stichtse Vecht onder de aandacht te brengen.
Zelf aan de slag met het feestbeleid?
Het feestbeleid is ook geschikt voor een kinderopvang of BSO. Wil jij als JOGG-regisseur, projectmedewerker, school, kinderopvang of BSO aan de slag met het feestbeleid? Kijk dan voor meer informatie op wiejarigisviertfeest.nl. Of neem contact op met jouw lokale JOGG-regisseur.
* In de gemeente Stichtse Vecht voert Sanne haar rol als JOGG-regisseur uit onder Sportpunt Stichtse Vecht. De gemeente Stichtse Vecht heeft Team Sportservice deze opdracht gegeven.